Tzummarum, St. Martinustsjerke
|
| Kerk |
|
Het huidige gebouw is de opvolger van de (veel kleinere) kerk uit de 13e eeuw die hoorde bij de Abdij Lidlum.
In de jaren 1875-1878 werd deze inmiddels vervallen kerk afgebroken en vervangen door een neogotische kruiskerk.
De toren uit het begin van de 16e-eeuw bleef staan en de nieuwe kerk is daar aan vast gebouwd. Architect H.R. Stoett
heeft de kerk ontworpen en heeft deze aangepast aan de stijl van de bewaard gebleven gotische toren. Daardoor wordt
deze kerk soms aangeduid als namaak-gotiek. Het zadeldak van de toren is in 1876 vervangen door een hoge achtzijdige
spits. De klok uit 1531 van de bekende gieters Gerard van Wou en Johan ter Stege werd ingewijd door de abt van Lidlum,
Johannes Keppel. Het gebouw werd in 1877 in gebruik genomen.
Bij een modernisering in 1951 door een plaatselijke timmerman ging een groot deel van het oorspronkelijke interieur verloren. Zo zijn de kostbare gebeeldhouwde banken verloren gegaan en werd het tongewelf verborgen achter een verlaagd plafond. Toch zijn er onderdelen bewaard gebleven zoals de kansel, de kerkenraadbanken en de psalmborden. In de jaren 2005-2006 vond een restauratie plaats en kreeg de kerk de oude naam terug. Als eerste werd het dak vervangen. Vanaf eind 2006 begon fase twee: het compleet veranderen van het interieur. Besloten werd om de oude kerkbanken te vervangen door stoelen. Ook de kleuren werden anders. Gekozen werd voor pasteltinten, van lichtroze naar rood. Opvallend in het interieur is ook het nagebootste kruisgewelf dat in het plafond van de kerk een plek heeft gekregen. De kerk is een rijksmonument. |
| Orgel |
| 1657 |
| Harmen Jansz. Camp uit Berlikum bouwt een orgel in deze kerk. |
| 1821 |
| L.J. en J. van Dam uit Leeuwarden bouwen een nieuw orgel. |
| 1877 |
| Het orgel wordt verkocht aan de Gereformeerde Kerk te Goes. Van daaruit verhuist het in 1931 weer naar Wierum. |
| 1878 |
| L. van Dam & Zonen uit Leeuwarden bouwt een nieuw orgel in een neogotische kas met gebruik van ouder pijpwerk. Het bestaat uit een Hoofdwerk, Bovenwerk en een aangehangen Pedaal. Op 12 mei wordt het instrument in gebruik genomen. |
| 1951 |
| Het orgel wordt gerestaureerd door Fa. Bakker & Timmenga uit Leeuwarden en daarbij tevens verplaatst van de plek boven de preekstoel in de oostelijke gevel naar de westelijke tussenwand. |
| 1978 |
| Het orgel wordt ingrijpend onder handen genomen door Jos Vermeulen te Alkmaar, waarbij o.a. de windladen en houten pijpen geheel worden gerestaureerd. Adviseur is Jan Jongepier. |
| 2009 |
| Flentrop Orgelbouw uit Zaandam plaatst een Dulciaan 8 vt in Van Damfactuur op een gereserveerde plaats op het Bovenwerk. |
| Dispositie |
| Hoofdwerk, C - g''' | Bovenwerk, C - g''' | ||||||
|
Bourdon Prestant Holpijp Violon D Octaaf Roerfluit Quintprestant Octaaf Cornet D Trompet B / D |
16' 8' 8' 8' 4' 4' 3' 2' IV 8' |
Salicionaal Viool de Gambe Roerfluit Salicet Fluit travers Gemshoorn Dulciaan |
8' 8' 8' 4' 4' 2' 8' |
||||
| Pedaal, C - d' | Werktuigelijke registers | ||||||
| Aangehangen |
Manuaalkoppel Tremulant BW Twee afsluiters Windloser |
||||||
| Geschiedenis over kerk en orgel |
| Verteller | : | Jan Jongepier (1941-2011) |
| Duur | : | 4 minuten en 48 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2001 |
| Improvisatie |
| Organist | : | Jan Jongepier |
| Duur | : | 9 minuten en 52 seconden |
| Bron | : | Radio opname Omrop Fryslân uit 2001 |